Netwerken

1. Wat is een computernetwerk?

Wanneer verschillende computers en randapparaten met elkaar worden verbonden en informatie uitwisselen, ontstaat er een computernetwerk.

Een computernetwerk kan kleinschalig zijn (vb. binnen een bedrijf of een gezin). In het geval van dat het netwerk geografisch gezien zich op 1 locatie bevindt spreken we van een LAN of Local Area Network. Het maken van de verbinding kan met bekabeling, maar ook  draadloos.

Een computernetwerk dat zich bevindt op meerdere locaties en bijgevolg een koppeling is van meerdere LAN-netwerken wordt een WAN of Wide Area Network genoemd. De communicatie tussen de onderdelen van een WAN gebeurd onder meer via satellieten. Het beste voorbeeld van een WAN is het internet.

Het deel uitmaken van een computernetwerk heeft enkele voordelen:

    • Delen van een internetverbinding: Wanneer één van de computers in een netwerk verbonden is met het internet, dan kan deze verbinding ook gedeeld worden met andere computers uit het netwerk.
  •  
    • Delen van randapparaten: Het is mogelijk om bepaalde randapparaten (vb. printer) te delen met meerdere computers uit een computernetwerk.
  •  
    • Delen van bestanden: Het is mogelijk om bestanden centraal ter beschikking te stellen aan verschillende computers in een netwerk. Cloudservices (vb. Dropbox, Onedrive, iCloud, …) werken ook op deze manier
  •  
    • Delen van software: Het is mogelijk om software centraal ter beschikking te stellen op een computer, waardoor andere computers die verbonden zijn hiervan ook gebruik kunnen maken.
  •  
    • Beveiliging: Via een systeem van rechten kan ervoor gezorgd worden dat bepaalde gebruikers slechts bepaalde zaken kunnen doen op het netwerk. Daarnaast kan een netwerk ook worden beveiligd tegen gevaren van buitenaf (vb. firewall).

Mogelijk nadelen van het gebruik van een computernetwerk:

    • Een netwerk moet goed beveiligd worden tegen indringers van buitenaf.
  •  
    • Computervirussen kunnen zich snel van de ene naar de andere computer verspreiden als er geen goede virusscanner geïnstalleerd is. 
  •  
    • Als de bestandsserver slecht beveiligd is, zou je bijvoorbeeld aan de bestanden van de directie kunnen, terwijl dat helemaal niet de bedoeling is. ​

2. IP adres

Elke computer die is aangesloten op het internet of netwerk, heeft een nummer waarmee hij zichtbaar is voor alle andere computers op het internet of netwerk. Deze nummers zijn de IP-adressen. IP staat voor ‘Internet Protocol’.

Waarom? Om het mogelijk te maken dat computers elkaar kunnen vinden en identificeren, hebben deze hun eigen nummer nodig. Vanaf dit moment kan er ook informatie worden uitgewisseld.

IP-adressen zijn er in ons huidige systeem in 2 formaten. IP versie 4 en IP versie 6

Een IP-adres (versie 4) ziet er bijvoorbeeld zo uit:
– 192.168.1.1 

Een IP-adres (versie 6) ziet er bijvoorbeeld zo uit:
– FE80:0000:0000:0000:0202:B3FF:FE1E:8329

3. Internet toegang

De toegang tot het internet wordt voorzien door internetproviders (vb. Proximus, Telenet, …). 

Elke URL-link die begint met HTTP gebruikt een basistype van ‘hypertext transfer protocol’. Dit zorgt ervoor dat webbrowsers (vb. Google Chrome, Mozilla Firefox) en servers kunnen communiceren door gegevens uit te wisselen. Hoe werkt dit concreet? Je klikt op een link, vraagt zo een verbinding aan, en je webbrowser stuurt deze aanvraag naar de server, die reageert door de pagina te openen. Hoe sneller de verbinding, hoe sneller je de gegevens te zien krijgt.

Sommige URL-linken starten met HTTPS in plaats van HTTP. Onze schoolwebsite is hier een goed voorbeeld van: https://ursulinenmechelen.smartschool.be/. Eenvoudig gezegd: het HTTPS-protocol is een uitbreiding van HTTP. Die ‘S’ in de afkorting staat voor Secure (veilig).  Er wordt een versleutelde verbinding tot stand gebracht tussen een webserver en een browser. Zonder HTTPS zouden alle gegevens die je op een website invoert (zoals gebruikersnaam/wachtwoord, creditcard- of bankgegevens, andere formuliergegevens enz.) gewoon worden verzonden en kunnen worden onderschept of afgeluisterd. Daarom moet je altijd controleren of een website HTTPS gebruikt voordat je dergelijke gegevens invoert.

Websites hebben net zoals computers IP adressen (vb. 86.128.76.210). We zijn het echter niet gewoon om deze cijfers in te vullen in een webbrowser. Waarom niet?Omdat het onmogelijk is om dergelijke adressen met cijfers te onthouden, hebben we websites logische domeinnamen gegeven (vb. www.ursulinenmechelen.be). Achterliggend wordt er echter nog steeds via het IP adres gewerkt. Hoe werkt dit? Er bestaan Domain Name Servers (DNS) die met het internet zijn verbonden. Deze servers vertalen domeinnamen naar IP adressen. Zoek jij iets op via een zoekmachine, dan gaadie naar één of meerdere DNS servers en geeft hij één of meerdere resultaten (met de gekende domeinnamen) weer.

4. Onderdelen van een computernetwerk

Server

Een server is een computer met heel krachtige harde schijven, die bepaalde diensten levert aan de anders computers in een computernetwerk. Een server wordt voornamelijk gebruikt in grote computernetwerken.

De server kan gebruikt worden voor het centraal gebruikersbeheer (= controle gebruikersnaam/wachtwoord & bepalen wat elke gebruiker kan en mag in een netwerk), als fileserver (bestanden centraal ter beschikking stellen) en/of printserver (van verschillende computers gebruik maken van éénzelfde printer).

Werkstation

Een werkstation is een (gewone) computer die deel uitmaakt van een computernetwerk. Meestal dien je je aan te melden alvorens je zaken kan doen op het netwerk (vb. schoolpc’s). 

BELANGRIJK: Elk werkstation heeft een netwerkkaart nodig. Deze kaart stelt de computer in staat om met een kabel of draadloos verbinding te maken met andere computers in het netwerk.

Modem

Een modem is een apparaat dat het kabelsignaal van de internetprovider (vb. Telenet, Proximus) dat je huis binnenkomt vertaalt naar de passende signalen voor digitale televisie, internet en bellen. De router en serviceprovider kunnen niet rechtstreeks met elkaar communiceren omdat ze niet dezelfde taal spreken. Zonder een modem kunnen deze signalen dus niet gebruikt worden als bijvoorbeeld geschikt internetsignaal. Daarom is de rol van het modem zo belangrijk. Een modem heb je dus altijd nodig om digitale televisie te kijken, om te internetten en/of om te bellen via een vaste telefoonlijn.

Een modem wordt geregeld verward met een router. Een router is echter toch heel wat anders. Een router is een apparaat dat het internetsignaal via kabels of draadloos verdeelt naar meerdere computers. Zou je een modem én een router gebruiken, komt het signaal dus eerst via het modem je huis binnen en wordt het vervolgens via de router verdeeld naar de verschillende computers in huis.

Switches en routers

De router zet de verbinding van uw provider om een bruikbare internetverbinding waardoor u een internet netwerk heeft. Je plaatst een router dus na je modem. Een switch doet niets anders dan een signaal “verdelen” over meerdere poorten. Zodat u meerder apparaten in het netwerk kunt verbinden.

Als je computers enkel met elkaar wilt verbinden, zijn switches voldoende Als je de computers echter toegang tot internet wil geven via een modem, dan moet je een router na je modem plaatsen of een modem met ingebouwde router gebruiken.

Switches stellen computers in een netwerk in staat met elkaar te communiceren. Elke computer wordt op de switch aangesloten via een kabel en de informatie die tussen computers wordt verzonden, loopt via de switch.

Routers stellen computers in staat met elkaar te communiceren en kunnen informatie tussen netwerken doorgeven, bijvoorbeeld tussen een thuisnetwerk en het internet. Routers zijn er in drie uitvoeringen: vast (via kabels), draadloos of een combinatie van de voorgaande.

Routers zijn in het algemeen ook voorzien van ingebouwde beveiligingsvoorzieningen, zoals een firewall. Een firewall wordt in computernetwerken gebruikt om ongewenst verkeer van buiten het netwerk (vb. virussen, spyware en ongewenste e-mail) te blokkeren om zodoende de veiligheid te verhogen. Daarom zijn routers duurder dan switches

Acces Points (toegangspunten) en repeaters

Steeds vaker wordt er gewerkt met draadloze communicatie binnen een netwerk. Naast een router, kan je nog gebruik maken van extra toestellen om de sterkte van je signaal en/of het bereik te vergroten.

Met een wifi repeater versterkt je het draadloos signaal van een draadloze router.

Acces Points worden aangesloten op een switch of vaste router en verzenden draadloze signalen. Hierdoor kunnen computers en apparaten draadloos met een vast netwerk worden verbonden. ​

Bekabeling

Om computers met elkaar en/of met het internet te verbinden, wordt er vaak gebruik gemaakt van kabels. De meest gebruikte kabel is de UTP kabel, gekoppeld aan RJ-45 connecteren. Deze connecteren passen perfect in de netwerkkaarten van werkstations en de andere apparaten van het netwerk (router, modem, switch, …). 

Door bovenstaande toestellen te combineren, kan je een thuisnetwerk installeren waarbij alle toestellen van internet voorzien worden en/of onderling met elkaar kunnen communiceren. Hieronder kan je een voorbeeld terugvinden van zo’n thuisnetwerk. Bestudeer dit voorbeeld grondig en stel indien nodig vragen aan de leerkracht. 

5. Beveiligen thuisnetwerk met internet

Toen het internet werd opengesteld voor het grote publiek, was het een relatief veilige omgeving. Nu het echter is ingeburgerd, is het belangrijk om een thuisnetwerk met internet te beveiligen tegen bepaalde gevaren.

Onderstaand kan je de meest voorkomende gevaren in verband met het internet en beveiligingsmogelijkheden terugvinden:

    • Virussen: Virussen zijn kleine programma’s die zich verstoppen in andere bestanden, bijvoorbeeld foto’s of bestanden die u per mail ontvangt. Eenmaal op je computer kunnen ze flinke schade aanrichten door bijvoorbeeld bestanden te beschadigen of verwijderen. Je kan je eigen computer beveiligen door een antivirus of internet security pakket te installeren. Hierbij is het is belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatisch) updates installeert. 
  •  
    • Malware: Malware is de overkoepelende term voor computersoftware of code met kwaadaardige bedoelingen. Malware probeert computers, computersystemen, netwerken en/of mobiele apparaten binnen te dringen, te beschadigen of uit te schakelen, vaak door (gedeeltelijk) de controle over te nemen over het apparaat. Malware kan enkel schade aanrichten als het de mogelijkheid krijgt van de gebruiker om op de computer te worden geïnstalleerd. Blijf daarom altijd waakzaam en let goed op! Open geen ongevraagde e-mailbijlagen en download geen software of bestanden van onbetrouwbare websites. 
  •  
    • Spyware: Spyware is software die zich ongezien op de computer nestelt om internetgedrag in de gaten te houden. Deze informatie wordt gebruikt om gerichte spam te versturen of je persoonlijke gegevens, bijvoorbeeld bankrekeningnummers, te verkopen of op andere wijze te misbruiken. Vaak krijg je ook veel ongewenste reclame via pop-ups. Je kunt je computer beveiligen door een antivirus of internet security pakket te installeren. Hierbij is het is belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatische) updates ophaalt. 
  •  
    • Ransomware: Ransomware is een programma dat een computer (of gegevens die erop staan) blokkeert en vervolgens van de gebruiker losgeld (=ransom) vraagt om de computer weer te ‘bevrijden’. De beste manier is door zelf alert te blijven en altijd na te denken voordat je een bestand download of een link aanklikt. Hou daarnaast je programma’s en software up-to-date.
  •  
    • Phishing: Phishing is een verzamelnaam voor e-mail of internetpagina’s die zich voordoen als vertrouwde instellingen en bedrijven, vaak uw bank of veilingsites, maar dat in werkelijkheid niet zijn. Ze zullen u vragen om wachtwoorden of een creditcardnummer te geven om die vervolgens te misbruiken en geld of gegevens van u te stelen. Je kunt jezelf beveiligen tegen phishing door altijd te controleren aan wie je jouw persoonlijke gegevens geeft. Geen enkel bedrijf zal je persoonlijke gegevens zomaar over de e-mail opvragen. 
  •  
    • Spam: Spam is ongewenste e-mail die erop gericht is om je een product of dienst te verkopen, zonder dat je hierom gevraagd hebt. Spam kan irritant zijn, maar is niet direct gevaarlijk. Tegenwoordig bieden de meeste e-mailproviders spamfilters aan op je e-mail. Gebruik van dit soort filters vangt al een hoop van de overbodige berichten af.
  •  
    • Botnet: Een botnet is een groot aantal computers die allemaal door een virus zijn geïnfecteerd. Botnets worden door criminelen gebruikt om, zonder dat de gebruikers het weten, spam of virussen te versturen. Vaak heb je als gebruiker niet door dat je computer deel uitmaakt van een botnet. Om te voorkomen dat je PC deel wordt van een botnet is het van belang een antivirus- of internet security pakket te installeren. Hierbij is het belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatisch) updates installeert.
  •  
    • Hackers: Hackers zijn personen die inbreken op uw computer om persoonlijke informatie te achterhalen of uw computer(s) te misbruiken voor illegale activiteiten. Je kunt je computer beveiligen door een antivirus- of internet security pakket te installeren. Hierbij is het belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatisch) updates ophaalt. 
  •  
    • Trojans: Een trojan is schadelijke software vermomd als een betrouwbaar programma. Als gebruiker denk je een betrouwbaar programma op je computer te installeren, maar in werkelijkheid krijgt een crimineel daarmee toegang tot jouw computer. Zo kan door middel van een Trojaans paard je computer gebruikt worden om spam te versturen Je computer is in zo’n geval onderdeel geworden van een botnet. Je kan je computer beveiligen door een antivirus- of internet security pakket te installeren. Hierbij is het belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatisch) updates installeert. 
  •  
    • Worm: Een worm is een virus met een extra eigenschap. Wormen richten niet alleen schade aan op je computer, maar gebruiken je computer ook nog eens om zich te verspreiden. Ook hebben zij geen bestanden nodig om zich aan te hechten. Terwijl je aan het internetten bent, kan je computer ongemerkt geïnfecteerd worden. Je kunt je computer beveiligen door een antivirus of internet security pakket te installeren. Hierbij is het belangrijk dat dit pakket zeer regelmatig (automatisch) updates installeert.